Inleiding

Financiële samenvatting

Net als vorig jaar stellen gemeenten de kadernota op in de wetenschap dat het financieel perspectief volop in beweging is. De verdeling van het gemeentefonds wijzigt en is inmiddels uitgesteld naar 2023. De totale omvang van het gemeentefonds staat, vooral voor de WMO en Jeugdzorg, al lange tijd ter discussie. En daar bovenop zijn de structurele effecten van de coronacrisis nog ongewis. Dit zorgt ervoor dat het financiële perspectief onduidelijk is. Met deze onduidelijkheid zien we de druk op de exploitatie toenemen. Daarom is het essentieel om te blijven investeren in de groeiambities en daarmee ook de meerjarige financiële situatie van de stad.

Meerjarenbegroting
De stand van de Begroting 2021 samen met alle mutaties zoals opgenomen in deze Kadernota 2022 leidt tot het volgende meerjarenbeeld:

Bedragen x € 1.000

2022

2023

2024

2025

Eindsaldo Begroting 2021

-2.568

-953

-3.537

-3.537

Verschil 2025 versus 2024

0

0

0

-228

GRP VII: BTW Rioolheffing

1.287

1.205

468

1.113

Starpositie meerjarenraming 2022-2025

-1.281

252

-3.069

-2.652

Autonome ontwikkelingen

-459

-2.267

-2.177

-2.047

Indexeren

-778

-623

-623

-623

Knelpunten

-1.498

-170

-170

-170

Dekkingsmaatregelen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Beleidswensen

0

0

0

0

Kadernota 2022

-4.016

-2.808

-6.039

-5.492

Het saldo van alle jaarschijven is negatief. In het saldo zijn echter ook incidentele baten en lasten opgenomen, die niet structureel doorwerken. Het belangrijkste voorbeeld zijn de beleidswensen die horen bij het Coalitieakkoord 2018-2022. Deze zijn in de meerjarenbegroting alleen in 2022 opgenomen en vervallen daarna. Hiermee is een bedrag gemoeid van € 3,1 miljoen. Als we het begrotingssaldo corrigeren voor deze incidentele baten en lasten, dan ontstaat onderstaand beeld van het structurele begrotingssaldo.

Bedragen x € 1.000

2022

2023

2024

2025

Kadernota 2022

-4.016

-2.808

-6.039

-5.492

Correctie incidentele baten en lasten

879

2.307

2.476

2.932

Structurele saldo 2022 INDICATIEF

-3.137

-501

-3.563

-2.560

De tabel laat zien dat ook het structurele begrotingssaldo in alle jaarschijven negatief is. Er is op dit moment dus nog geen sprake van een structureel sluitende begroting. Het structurele saldo van 2022 of 2025 moet richting de begroting nog verbeteren met respectievelijk € 3,1 miljoen (2022) of € 2,6 miljoen (2025). Richting begroting zijn hiervoor zeven dekkingsmaatregelen beschikbaar. In eerste instantie kijken wij hierbij naar de maatregelen 1 tot en met 4. Pas als hierna nog een tekort resteert wordt gekeken naar dekkingsmaatregel 5 tot en met 7.

Woonlasten
Los van reguliere indexatie van de gemeentelijke belastingen en heffingen is sprake van de volgende ontwikkelingen:

  • In 2022 vervalt de precarioheffing op kabels en leidingen van nutsbedrijven. Dit geeft een nadeel voor de gemeentelijke begroting en een voordeel voor inwoners. Dit effect wordt deels gecompenseerd (Evides-deel) door een aanvullende OZB-verhoging van 2,6%. Per saldo leidt dit voor huishoudens tot een WOZ-waarde van € 1 miljoen tot een lastenverlichting.
  • Vanaf 2022 komt de extra jaarlijkse verhoging van de rioolheffing met 4% (inclusief prijsstijging) te vervallen. Vanaf dan wordt uitsluitend geïndexeerd voor prijsstijging.
  • Voor de afvalstoffenheffing gaan éénpersoonshuishoudens 5% minder betalen dan meerpersoonshuishoudens. Deze tariefdifferentiatie wordt kostenneutraal in de Begroting 2022 verwerkt.
Deze pagina is gebouwd op 06/07/2021 13:20:36 met de export van 06/07/2021 13:09:42