Tussen het moment van de Begroting 2021 en het opstellen van de Kadernota 2022 doen zich autonome ontwikkelingen voor. Onderstaande tabel geeft inzicht in de financiële consequenties van deze autonome ontwikkelingen:
Bedragen x € 1.000 | |||||
Autonome ontwikkelingen | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
1. | Stedin | 0 | p.m. | p.m. | p.m. |
2. | Sociale Dienst Drechtsteden | -800 | -2.200 | -2.200 | -2.200 |
3. | Drechtwerk | 300 | 280 | 370 | 500 |
4. | Serviceorganisatie Jeugd (dG&J) | 267 | 0 | 0 | 0 |
5. | Vennootschapsbelasting | -100 | -100 | -100 | -100 |
6. | Groen en Ruimtelijk Dordrecht | -150 | -150 | -150 | -150 |
7. | Cameratoezicht & uitvoeringsbudget Veiligheid | -100 | -217 | -217 | -217 |
8. | Decembercirculaire 2020 | 124 | 120 | 120 | 120 |
Totaal | -459 | -2.267 | -2.177 | -2.047 |
1. Stedin
In het behalen van de klimaatambities/duurzaamheidsopgave van Nederland zijn de netbeheerders een belangrijke partner. Er zijn gigantische investeringen in het netwerk nodig om dit toekomstbestendig te maken. Dit is ook voor gemeenten uitermate belangrijk, omdat uitvoering van de Regionale Energiestrategie zonder een toekomstbestendig netwerk onmogelijk is. Het dividend van Stedin staat door de investeringen onder druk, omdat Stedin alle liquiditeit hiervoor aanwendt. Naar verwachting zijn de dividendopbrengsten in 2022 € 3,9 miljoen lager dan begroot en wordt in 2022 € 1,1 miljoen dividend uitgekeerd. Een bedrag van € 0,5 miljoen hoort bij het 'historische' aandelenbezit. Een bedrag van € 0,6 miljoen hoort bij de preferente aandelen die in 2021 voor een bedrag van maximaal € 20 miljoen worden verworven (zie raadsvoorstel). De lagere opbrengsten van € 3,9 miljoen worden verrekend met de algemene reserve en hebben daardoor geen effect op het begrotingssaldo.
De keuze van Stedin om over 2021 slechts beperkt dividend uit te keren is gemaakt vooruitlopend op het afronden van de discussie hoe de rekening van de verduurzaming wordt betaald. Door het dividend te beperken komt deze rekening naar de gemeenten, terwijl de kosten het gevolg zijn van afspraken op rijksniveau. Onze lobby is erop gericht om de rekening niet eenzijdig bij de gemeenten neer te leggen, maar rechtvaardig te verdelen over de verschillende overheden en de gebruikers.
2. Sociale Dienst Drechtsteden (SDD)
De (concept) Begroting 2022 van de GRD/SDD vraagt structureel meer budget dan beschikbaar. Dit komt vooral door een toename van de WMO-kosten en apparaatslasten voor de bijstand (onder andere door corona). Het tekort kan in 2022 worden verkleind door de inzet van € 1,4 miljoen verwachte compensatie van het Rijk voor toegenomen kosten door corona. Structureel kan het tekort met € 0,1 miljoen worden verkleind door de inzet van ruimte die in de Dordtse begroting resteert voor compenserende maatregelen als gevolg van bezuinigingen vanuit de € 5 miljoen taakstelling GRD. Het resterende tekort is opgenomen in de reeks bij punt 2.
3. Drechtwerk
De (concept) Begroting 2022 van Drechtwerk laat een structureel voordeel zien ten opzichte van het meerjarig beschikbare gemeentelijke budget. Dit voordeel komt vrijwel volledig door een verlaging van de loonkosten als gevolg van een afname van de aantallen SW-medewerkers.
4. Serviceorganisatie Jeugd (dG&J)
Het basisscenario voor jeugdhulp uit de concept Begroting 2022 van de GR dG&J vraagt een lagere bijdrage dan onze begroting voor jeugdhulp. Dit is het gevolg van het afbouwen van de financiële solidariteit ten aanzien van de regionale jeugdhulp. Dit lijkt voor Dordrecht in 2022 € 267.000 en vanaf 2023 € 550.000 voordeliger uit te pakken dan eerder aangenomen. Vanaf 2023 brengen we dit voordeel in mindering op de taakstelling van € 4,8 miljoen vanaf 2023. De verwachting is namelijk, dat we deze taakstelling op jeugdhulp niet volledig realiseren. Door het voordelige verschil tussen de begrotingen van Dordrecht en van de GR dG&J kan indexatie achterwege blijven.
Door staatssecretaris Blokhuis van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is in 2021 aan alle gemeenten samen incidenteel € 613 miljoen toegezegd. Voor de structurele oplossing heeft de Commissie van Wijzen een semibindend oordeel gegeven dat Rijk en VNG met elkaar bespreken. Voor ons is dit een eerste noodzakelijk stap van het Rijk om te komen tot afdoende financiering van de taak die gemeenten hebben gekregen wat betreft jeugdhulp. Hoe we in Dordrecht met deze middelen omgaan, wordt op een later moment besloten.
5. Vennootschapsbelasting
De Belastingdienst is van mening dat de gemeente winst maakt op het gelegenheid bieden om reclame te maken. De gemeente geeft een concessie aan één partij die op het grondgebied van Dordrecht advertentieruimte mag verkopen (aan/op lantaarnpalen, billboard, reclamemasten, bushaltes). Over deze winst is vennootschapsbelasting verschuldigd. De gemeente heeft net als vele andere gemeenten in Nederland bezwaar gemaakt. Een uitspraak in beroepsprocedures kan nog enige tijd duren.
6. Groen en Ruimtelijk Dordrecht
De ontwikkeling met betrekking tot Groen en Ruimtelijk Dordrecht omvat een drietal bewegingen:
Bedragen x € 1.000 | |||||
Groen en Ruimtelijk Dordrecht | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
a | Areaaluitbreiding | -203 | -203 | -203 | -203 |
b | Kabels en leidingen | 93 | 93 | 93 | 93 |
c | Fixi | -40 | -40 | -40 | -40 |
Totaal | -150 | -150 | -150 | -150 |
a) Areaal uitbreiding
Dordrecht blijft zich ontwikkelen en hierbij wordt ook de openbare ruimte continu aangepast. Soms leidt dit tot een areaaluitbreiding. De areaaluitbreidingen worden onderverdeeld in drie categorieën: stadsuitleg, herinrichting, groot onderhoud en verkeersbesluiten en wijkwensen. In 2022 vraagt stadsuitleg een bedrag van € 209.000 en is er vanuit het perspectief groot onderhoud € 6.000 minder nodig. Wijkwensen leiden niet tot mutaties.
b) Kabels en leidingen
Er worden structureel meer opbrengsten behaald voor werkzaamheden als gevolg van kabels en leidingen (het dichten van sleuven). De bijbehorende kosten maken onderdeel uit van de onderhoudsbudgetten, waardoor een voordelig bedrag kan worden begroot.
c) Fixi
Het meldsysteem Fixi is veel gebruikersvriendelijker dan de vroegere wijklijn. Dit heeft mede geleid tot een stijging van 12.000 naar 27.000 meldingen per jaar. Dit is opgevangen door de betere procesgang van het systeem, maar ook door minder persoonlijke aandacht voor de melder (onder andere door het gebruiken van gestandaardiseerde antwoorden). Dit leidt weer tot een lagere klanttevredenheid, dan beoogt bij de start van het systeem. Met het gemoeide bedrag wordt het door de raad gewenste kwaliteitsniveau van de afhandeling behaald.
7. Cameratoezicht en uitvoeringsbudget Veiligheid
Het cameratoezicht is tot op heden incidenteel gefinancierd. Terwijl het een structurele beleidsmaatregel betreft. Met een bedrag van € 117.000 vanaf 2023 wordt dit structureel geborgd. Enerzijds voor het opvangen van de vaste kosten en anderzijds om de sterk verouderde en niet goed werkende camera's te vervangen. Daarmee wordt voldaan aan de aangescherpte wet- en regelgeving rondom privacy.
In het veiligheidsdomein zijn de afgelopen jaren én voor 2022 (hernieuwde) regionale afspraken gemaakt. Daardoor zijn extra kostenposten ontstaan voor regionale veiligheidsvoorzieningen (bijvoorbeeld aanstelling regionale coördinator mensenhandel, Veiligheidsalliantie, Zorg- en Veiligheidshuis, Burgernet en RIEC) en met betrekking tot de crisisorganisatie (regionaal adviseur rampenbestrijding en administrateur voor de Veiligheidsregio). Het vanuit het verleden beschikbare budget in het kader van de veilige woon- en leefomgeving werd benut om onder meer de kosten van het toezicht op de Merwede-Lingelijn op te vangen. Met een structureel budget van € 100.000 kan aan alle regionale verplichtingen worden voldaan en zijn er weer mogelijkheden om te handelen in het kader van een veilige woon- en leefomgeving.
8. Decembercirculaire 2020
De Decembercirculaire 2020 heeft een positief effect op het exploitatiesaldo. In de bijbehorende raadsinformatiebrief is dit nader toegelicht.