In de kadernota indexeren wij jaarlijks de personele budgetten, prijsgevoelige budgetten, de bijdrage aan gesubsidieerde instellingen en verbonden partijen. De berekenwijze die hierbij is toegepast is op gebruikelijke wijze vormgegeven.
Bedragen x € 1.000 | |||||
Indexeren - uitgaven | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
1. | Personele budgetten | -1.049 | -1.046 | -1.046 | -1.046 |
2. | Prijsgevoelige budgetten | -853 | -764 | -764 | -764 |
3. | Budgetten gesubsidieerde instellingen | -751 | -691 | -691 | -691 |
4. | Aanvullende indexatie Sociaal Werk | -250 | -250 | -250 | -250 |
5. | Budgetten verbonden partijen | -2.301 | -2.298 | -2.298 | -2.298 |
Totaal | -5.204 | -5.049 | -5.049 | -5.049 |
1. Personele budgetten
De personele budgetten zijn met 2,0% geïndexeerd. Dit is bedoeld om structureel hogere pensioenlasten vanuit 2021 die nog niet zijn voorzien in de meerjarenbegroting op te vangen. Een eventuele CAO-stijging (de huidige CAO loopt tot 1 januari 2021) is nog niet voorzien in de budgetten, net als een verdere stijging van de pensioenpremie.
2. Prijsgevoelige budgetten
Bij de berekening van de indexering van de inkoop budgetten baseren wij ons op de consumentenprijsindex (CPI) van het Centraal Planbureau (CPB). Het percentage wordt bepaald aan de hand van een benodigde correctie van de jaren 2020 en 2021 en de verwachte inflatie in 2022. Op deze manier blijven we de daadwerkelijke index volgen. De meest recente CPI gegevens (uit het Centraal Economie Plan, maart 2021) resulteren in een stijging van 1,3%. Dit percentage is opgebouwd uit een correctie van 2020 met - 0,4% (van 1,7% naar 1,3%), een correctie van 2021 met 0,2% (van 1,7% naar 1,9%) en een verwachte inflatie in 2021 van 1,5%.
3. Budgetten gesubsidieerde instellingen
Bij de berekening van de loon- en prijsontwikkelingen bij gesubsidieerde instellingen gaan wij ervan uit dat de kosten van de gesubsidieerde instellingen voor 75% loonafhankelijk en 25% prijsafhankelijk zijn. Waarbij voor de lonen wordt uitgegaan van een gemiddelde stijging van 2,0% en voor de prijzen van de CPI-index. Dit resulteert in een indexatie van 1,83%.
4. Aanvullende indexatie Sociaal Werk
De cao Sociaal Werk stijgt al enkele jaren meer dan de gemiddelde indexatie die in de begroting voor subsidiebudgetten wordt toegepast. Dit zorgt ervoor dat door betrokken instanties minder geleverd kan worden. Doordat dit effect zich al een aantal jaar heeft voorgedaan is het niet langer realistisch dat dit met behulp van efficiency maatregelen wordt opgevangen. Voor 2022 worden de betreffende budgetten daarom verhoogd met de werkelijk verwachte loonstijging van 3,25%.
5. Budgetten verbonden partijen
De budgetten voor verbonden partijen zijn met het zelfde percentage (1,83%) verhoogd als de subsidies. Het betreft hier enkel de budgetten van verbonden partijen die niet afkomstig zijn uit specifiek geoormerkte middelen, welke een-op-een worden doorgezet. Deze specifieke budgetten volgen de hoogte van de door het Rijk beschikbaar gestelde gelden en eventuele bijbehorende indexatie, denk hierbij bijvoorbeeld aan het budget voor bijstand. De diverse begrotingen van de verbonden partijen zijn reeds ingediend bij de gemeenten. Bij de partijen waar het huidige budget volstaat om de indexatie op te vangen, is geen aanvullend budget opgenomen (Drechtwerk, SO Jeugd).